Over Trekkertrek
Wat is trekkertrek? En wat gebeurt er op de baan?
Het gaat bij Trekkertrek om ware krachtexplosies waarbij de sleepwagen van meer dan 20 ton over een afstand van 100 meter verplaatst moet worden.
De sleepwagen, is een soort oplegger die aan de voorkant niet op wielen maar op een slede (1) rust. Op de sleepwagen bevindt zich een ballastbak (2) die gevuld kan worden met gewichten en met een ketting via een versnellingsbak verbonden is met de wielen van de oplegger.
Aan het begin van de trekpoging (ook wel run of pull genoemd) staat de ballastbak(2) achterop de sleepwagen. Als de sleepwagen vooruit getrokken wordt, verplaatst de ballastbak zich naar voren (3). Hierdoor komt er steeds meer gewicht op de sleepvoet waardoor het voor de tractor steeds moeilijker wordt om de sleepwagen voort te bewegen.
Wanneer de 100 meter bereikt wordt, spreken we van een “Full-Pull”. Als er meerdere deelnemers een Full-Pull weten te behalen, dan moeten zij het voor een verzwaarde sleepwagen opnieuw proberen.
De sleepwagen bemanning kan op 3 manieren de sleepwagen zwaarder afstellen:
- Door een hogere versnelling te kiezen. Hierdoor is de ballastbak eerder boven de sleepvoet.
- Door stalen messen (4) onder de sleepvoet te draaien. Deze steken dan onder de sleepvoet, waardoor extra weerstand geboden wordt.
- Door extra gewichten in de ballastbak te plaatsen.
Wat gebeurt er op de baan?
1. De trekker
De trekker is de spil van de wedstrijd. Deze moet aan een aantal regels voldoen en wordt in een gewichtsklasse ingedeeld (zie ook reglement). De trekker moet de sleepwagen over 100 meter voorttrekken.
2. De sleepwagen
Door een schuivend gewicht op de sleepwagen wordt de kracht die de trekker moet zetten steeds groter.
3. Sleepwagenbemanning
Deze persoon houdt de instrumenten van de sleepwagen in de gaten en haakt de sleepwagen aan de trekker.
4. Eerste vlagger
Geeft met vlagsignalen aan de bestuurder van de trekker aan wat hij moet doen. Met de groene vlag wordt aangegeven dat de trekpoging mag starten. De rode vlag wordt geheven indien er tijdens de trekpoging iets mis gaat.
5. Tweede vlagger
Geeft met vlagsignalen aan de bestuurder van de trekker aan wat hij moet doen. Met de groene vlag wordt aangegeven dat de baan vrij is. Met de rode vlag geeft hij aan dat de trekpoging moet stoppen.
6. Jurywagen
Houdt de stand bij en bepaalt de einduitslag. Staat via de portofoon in directe verbinding met de mensen op de baan.
7. De omroeper
Deze geeft alle standen door en praat de middag aan elkaar.
8 Baanschuif
Zorgt er voor dat na elke trekpoging de baan weer in orde gemaakt wordt.